Welke literaire boeken spraken je bijzonder aan en waarom?
Bonita avenue vond ik een van de leukste boeken om te lezen,
omdat het een boek van enig niveau is, er meerdere verhaallijnen door elkaar lopen en het veel onverwachte wendingen heeft in het verhaal.
Het boek laat je afvragen wat jijzelf in deze situaties had gedaan.
Het enige jammere aan dit boek vond ik het onrealistische,abrupte (open) en bizarre einde.
Ook hersenschimmen vond ik een leuk/interessant boek,
dit omdat bijna iedereen wel eens van dementie gehoord heeft, maar niemand kan zich voorstellen wat deze ziekte inhoud en wat het met je doet.
Interessant om te lezen hoe bernlef deze ziekte probeert weer te geven, met een goed te volgen/directe schrijfstijl.
Helaas vond ik ook bij dit boek het einde een anti-climax, er zat bijna geen verhaal meer in de laatse bladzijden en het was een beetje een brabbeltaaltje van wat er in de hoofdpersoons hoofd omging.
Kaas vond ik het minst leuke/interessante boek om te lezen, er zat hier weinig verhaal in, de schrijfstijl sprak mij niet aan en het boek had vrij weinig/totaal geen diepgang.
Het was het laatste boek wat ik gelezen heb, maar er is vrij weinig blijven hangen.
Welke literatuur lessen zijn belangrijk voor je geweest, en om welke redenen?
Na hard nadenken kom ik tot de conclusie dat dit de lessen zijn geweest waarin u zei wanneer je welk boek gelezen moest hebben, omdat je anders een - in plaats van een + zou krijgen.
Verder waren de lessen in de 5de vaak zo eentonig (lezen,lezen, 10 minuten nabespreken) dat ik liever 40 minuten naar de muur staarde dan dat ik een of ander verhaal uit de middeleeuwen ging lezen.
In de 6de was dit wel beter, in de vorm van zelf de informatie zoeken en vervolgens presenteren aan de klas.
leuker echter, niet beter, want er is vrij weinig/ tot niets blijven hangen, maar dat zal wellicht komen door mijn desinteresse in literatuur onderwijs.
Ik heb de literatuur lessen nooit leuk gevonden, ook niet bij bijvoorbeeld duits.
Ik hou best van lezen, maar al die achtergrond informatie en literaire stromingen interesseert mij vrij weinig, ik lees omdat ik het leuk vind en niet om er een bepaalde stroming aan te koppelen en het boek nog dagen lang te analyseren.
Misschien komt dit omdat ik weinig hoogstaande boeken heb gelezen, na de toetsweek ga ik beginnen aan De ontdekking van de hemel, en misschien dat ik dan wel de behoefte voel om dat boek eens flink te analyseren, maar ik betwijfel het.
Welke ervaringen met literatuur hebben absoluut weerstand opgeroepen? Hoe verklaar je die weerstand?
Wanneer je bijvoorbeeld iets saai vond, kwam dat volgens jou door een gebrek van kwaliteit van de schrijver of door jouw manier van lezen?
Het gebruiken van dit digitale leesdossier en het verplicht lezen van boeken uit een bepaalde stroming/tijd.
Bij het gebruiken van de site nederlands en het online blog was bij mij veel onduidelijkheid.
Ik had dan een boek gelezen, wilde een verslag gaan maken en moest dus naar de site van nederlands.
Deze was ik elke keer vergeten, waardoor ik dit aan klasgenoten moest vragen wat de site was. Doordat de meeste dit ook niet wisten, duurde het zo'n 10 minuten voordat ik iemand had gevonden die de juiste site wist.
Als ik dan eindelijk op de site was had ik geen idee waar ik alles kon vinden en wat wat was, er stonden verschillende modellen op voor een verslag, geen idee welke ik moest hebben.
Na nog wat meer rondvragen kwam ik hier vaak wel achter, maar de motivatie om dan nog daadwerkelijk een verslag te schrijven was verdwenen en meestal kwam er dan ook niet veel van terecht.
Dit ligt overigens niet aan een gebrek van uitleg van de kant van de docenten, maar aan het feit dat online werken (voor mij) gewoon totaal niet werkt.
Liever had ik een overzicht gehad met boeken (welke je mocht lezen, welk niveau en voor wanneer je wat gelezen moest hebben) en dat je een papieren versie van een model voor een verslag kreeg, wat je dan thuis kon gaan maken en vervolgens weer op papier kon inleveren bij je docent.
Overigens snap ik nog steeds niet helemaal wat de bedoeling is en ik heb dan ook het gevoel dan mijn blog niet helemaal goed/compleet is.
Verder riep het lezen van werken uit de Middeleeuwen/Rennaisance/Verlichting/Romantiek veel protest/weerstand bij mij op.
Deze verhalen hadden vaak, mijns inziens, een rare schrijfstijl en waren ronduit ongelofelijk saai om te lezen.
In mindere mate geldt dit ook voor boeken van 1880-1945 en 1950-1970.
Al vond ik Bint nog wel wat hebben, ondanks de aparte schrijfstijl.
Ben je in de loop van de tijd dat je met literatuur bezig was er anders naar gaan kijken? Probeer die ontwikkeling bij jezelf vast te stellen. Geef voorbeelden van wat je nu beter kunt.
Als ik terugkijk naar mijn leeslijst zie ik niet veel literaire ontwikkeling, ik heb geen idee welk niveau de boeken zijn die ik gelezen heb, maar veel hoog niveau zal er wel niet tussen zitten, en de meeste gelezen boeken van mij uit de 6de zijn (denk ik) van lager niveau dan die uit de 5de.
Dit neemt echter niet weg dat die ontwikkeling er wel geweest is, in de 4de had ik Bint, Hersenschimmen en Bonita Avenue nooit leuk gevonden of gelezen.
In de 6de heb ik alleen vrij weinig aan literatuur gedaan, en moest ik dus in korte tijd nog flink wat boeken lezen, hierdoor koos ik dus voor de wat makkelijkere/dunnere boekjes.
Ik ben literatuur niet zozeer anders gaan bekijken, maar heb wel een beetje een idee gekregen wat literatuur inhoud en hoe boeken in elkaar kunnen zitten qua structuur.
Hierdoor begrijp je sommige boeken ook beter.
Loop je blog nog eens door en stel vast waar je uiteindelijk al dan niet tevreden kunt zijn, waar het gaat om je aanpak bij het werkproces en je studievaardigheden. Met welke werkvormen kon je goed uit de voeten?
Ik ben in het algemeen niet zo tevreden over mijn blog, ik denk dat ik veel beter had gekund, en ook boeken van hoger niveau had kunnen lezen.
Ook over mijn verslagen ben ik niet zo tevreden, maar in tegenstelling tot de keuze van mij boeken, doet dit me vrij weinig omdat ik het hele principe van een verslag maken niet begrijp en het een vrij overgewaardeerd concept vind.
Als ik een docent was, zou ik mijn leerlingen minder tijd laten besteden aan verslagen en ze de opdracht geven 1 boek van hoog niveau (niveau 6?) te lezen i.p.v. de vele dunne boekjes.
Mijn werkproces had ook beter gekund, maar dan in de vorm van beter plannen en het gehele jaar boeken lezen en meer aandacht besteden aan het maken van het verslag ( hoe nutteloos dat in mijn ogen dan ook is)
Over de vraag met welke werkvormen ik goed uit de voeten kon, is het antwoord geen een.
In de les moesten we in groepjes presentaties geven over literatuur, dit was vrij rommelig en werd niet heel serieus genomen waardoor er weinig is blijven hangen, liever had ik alleen of in tweetallen aan een opdracht gewerkt, zonder presentatie.
Over het online leesdossier als werkvorm heb ik me al uitgelaten, misschien goed voor de aankomende 6de klassers die hieraan gewend zijn, maar voor mij (en met mij ook vele 6de klassers die ik gesproken heb) roept deze werkvorm alleen maar weerstand en onduidelijkheid op.
Welke plaats denk je literatuur in het vervolg van je leven te geven?
Vage vraag.
Literatuur zal sowieso een rol in mijn leven gaan spelen, omdat ik lezen leuk vind en nog veel zal gaan lezen in mijn leven.
Ook al zit ik nu nog niet op een hoog literair niveau, dit komt later wel en dan zal ik me toch wat meer in literatuur zullen moeten verdiepen om die boeken te begrijpen (en misschien ook wel om er meer van te kunnen genieten?)
Verder heb ik me laatst ingeschreven voor de studie Rechtsgeleerdheid, als ik slaag en ik word hiervoor ingeloot, betekent dit dat ik tijdens mijn studie heeeel veel zal moeten lezen (valt nou niet echt onder literaire werken, maar goed lezen is lezen).
Welk advies heb je voor je literatuur docenten?
Meer duidelijkheid, al wordt het principe van het leesdossier en het mondeling me 10x uitgelegd, alsnog snap ik het niet helemaal.
Misschien in de 5de wat minder eentonige lessen, maar voor de rest zie ik literatuur als een soort belastingaangifte; leuker kunnen jullie 't niet maken, misschien wat makkelijker???
Komt waarschijnlijk vrij negatief over dit balansverslag, maar zo erg vond ik het ook weer niet, literatuur is gewoon niet mijn favoriete onderdeel van het vak nederlands:).
nederlands
woensdag 9 januari 2013
dinsdag 8 januari 2013
Kaas
Auteur:
Willem Elsschot
Titel:
Kaas
Informatie
betreft uitgave:
Wolters-Noordhoff, 2004 jaar van uitgave, eerste
druk in 1933
Aantal
pagina’s:
112
Genre:
Roman
Korte
samenvatting:
Het
verhaal beschrijft enkele maanden uit het leven van Frans Laarmans. Hij is klerk
bij de General Marine and Shipbuilding Company en dus vrij laag van aanzien.
Zijn moeder is al heel lang ziek, en komt op een avond te overlijden. Op de
begrafenis komt Laarmans ene Van Schoonbeke tegen, die bekend was bij zijn
broer. Van Schoonbeke nodigt Laarmans uit eens koffie bij hem te komen drinken.
Alhoewel hij niet weet wat hij ervan moet verwachten, neemt hij de uitnodiging
toch aan. Daar aangekomen stelt Van Schoonbeke hem als een veel hogere persoon
voor dan hij werkelijk is, en dat komt doordat er allemaal hoogstaande mensen op
bezoek zijn. De bezoekjes volgen elkaar op, tot Schoonbeke Laarmans het aanbod
doet om een handelaar in kaas te worden. Laarmans moet daar even over nadenken,
maar besluit het toch te doen. Hij vraagt zijn broer een ziekteverklaring af te
leggen (zijn broer is dokter), zodat hij geen ontslag hoeft te nemen bij de
General Marine. Al snel krijgt Laarmans de eerste lading van 20 ton. Ondertussen
is Laarmans veel te druk bezig met het inrichten van zijn kantoor, het kopen van
een bureau en een schrijfmachine en natuurlijk het ontwerpen van briefpapier.
Het verkopen vlot nog niet echt en dus besluit hij vertegenwoordigers in de arm
te nemen. Hij plaats een advertentie en daar reageren allerlei mensen op. Hij
wil in iedere regio een paar mensen hebben die voor hem werken, maar
uiteindelijk blijkt dat de aangenomen mensen weinig kaasverkoop opleveren.
Ondertussen houdt hij zijn imago wel hoog bij Van
Schoonbeke.
Na
een maand zou Hornstra, de baas van Laarmans, het geld komen innen van de
verkochte kazen.Tot drie dagen daarvoor heeft Laarmans nog maar 11,5 kazen
verkocht, en dat is lang niet genoeg. Als Hornstra uiteindelijk aan de deur
komt, besluit Laarmans niet open te doen. Enkele dagen later werkt hij weer bij
de General Marine, het geld voor de verkochte kazen heeft hij naar Hornstra
opgestuurd, met een briefje waar de resterende kazen waren opgeslagen.
Uiteindelijk was hij dus weer terug waar hij begonnen was
Verwachtingen: Deze waren vrij laag, aangezien dit boek besproken was in de Nederlandse les en er weinig positieve dingen over gezegd waren.
Ik wilde kijken of dit zou kloppen, vandaar dat ik het gelezen heb.
Motieven en Thema: Het verschil in stand tussen frans en de mensen om zich heen, de meeste bevinden zich in hogere kringen. Andere motieven zijn kaas, het zakenleven, mislukking en onbeholpenheid.
Schrijfstijl: Het boek begint met een korte inleiding, een overzicht van de personages en een opsomming van begrippen die met kaas te maken hebben. Verder wordt het boek puur in chronologische volgorde verteld, zonder enige vorm van flashbacks, en zelfs zeer zelden een stuk zonder Frans Laarmans in de hoofdrol.
Het boek is geheel vanuit de ik-vertelsituatie geschreven. Hierdoor maak je het verhaal mee door de ogen van Frans Laarmans en kun je zijn gedachten, letterlijk, lezen.
Inhoud:
Ruimte;
Het verhaal speelt zich voornamelijk af in het huis van Frans Laarmans, waar hij woont en zijn kantoor gevestigd heeft. Een andere belangrijke locatie in het verhaal is het huis van Van Schoonbeke waar Frans met mijnheer Hornstra in contact komt die hem inleidt in de wereld van de kaasverkoop. Verder spelen delen van het verhaal zich af op straat in Antwerpen, Amsterdam en bij enkele personages in huis.
Tijd;
Het verhaal speelt zich af in 1933, dit staat letterlijk in het boek en wordt bevestigd door verschillende elementen zoals de typemachine en het feit dat nog relatief weinig mensen een auto hebben. Voor het verhaal is de tijd wel van belang, in deze tijd zou zo’n handelsonderneming anders verlopen en zou je je niet zolang kunnen ziekmelden met alleen een doktersverklaring geschreven door je broer. Al zou het idee ‘van krantenjongen tot miljonair’ nog wel toepasbaar zijn, alleen dan met andere beroepen en handelsverhoudingen.
Eindoordeel:
Nadat dit boek was besproken in de les dacht ik: de soep wordt (vast) niet zo heet gegeten, als zij wordt opgediend.
Dit bleek wel het geval, ik vond het geen leuk boek om te lezen.
Een kort, saai verhaaltje zonder diepgang.
ik geef het boek eeeeeeeeen 4
maandag 7 januari 2013
hersenschimmen
1. J. Bernlef, Hersenschimmen. Uitgever: Querido Amsterdam, 39e druk. 1e druk in 1984
2. Hersenschimmen in een psychologische roman, en bestaat uit 155 bladzijdes
3.
Het begint allemaal op een zondagmiddag in de winter. Maarten Klein staat zoals altijd voor het raam te wachten tot de schoolkinderen zich verzamelen bij de bushalte voor het huis. Maar de kinderen komen niet, en pas wanner Vera hem corrigeert, herinnert hij dat het zondag is. Hij wacht tot de lente komt. Het is niet de eerste keer die dag dat hij iets vergeet. Het is ook niet de laatste keer. Tot zijn verwondering bevindt hij zich ineens in het washok, hij kan zich niet meer herinneren wie er in ‘The heart of matter’ aan het lezen is, en wanneer Vera later met een verscheurde krant van de wc komt, zegt hij dat Robert dat gedaan heeft. Toch bezorgt iets binnenin hem een gevoel van schaamte. Hij slaapt die nacht slecht. ‘s Ochtends maakt hij een nieuwe vergissing: hij geeft Vera suiker in haar koffie, terwijl ze dat al tien jaar niet meer doet. Na het ontbijt gaat hij met Robert wandelen. Hardop in zichzelf pratend loopt hij naar het dorp. Ook in de taverne achtervolgt de verwarring hem: hij ziet het meisje achter de bar, Susan, aan voor Karen, zijn jeugdvriendinnetje. Later in het plaatselijke antiquariaat vraagt Philip Maarten hoe ‘The heart of matter’ bevallen is. Die vraag verwart hem en daarom antwoordt hij ontwijkend. Weer buiten stopt er een auto vlak voor hem. Het is Vera, die hem doodongerust vraagt waar hij de halve dag heeft uitgehangen. Bovendien heeft hij onderweg de hond vergeten. En aan vergissingen komt die dag voorlopig nog geen eind. Maarten besluit die avond vroeg naar bed te gaan. Maar de volgende dag neemt de verwarring eerder toe dan af. Het begint al als hij wakker wordt en meent dat de muren van de kamer verkeerd om heen staan. Als hij beneden niemand aantreft, gaat hij ervan uit dat Vera naar de bibliotheek is waar ze werkt als vrijwilliger. Hij ontbijt zeer ´gezond´ met een halve koude kip, ananas, leverpastei en cookies, waarna hij naar zijn werk wil gaan. De deur zit echter op slot en de sleutels zijn onvindbaar en daarom forceert hij de deur met een schroevendraaier. Buiten loopt hij naar het zomerhuis waar de IMCO zal vergaderen. Ook hier blijkt deur op slot te zitten en wederom verschaft Maarten zich de toegang met de schroevendraaier. Binnen is er niemand, ineens wordt hij misselijk en nadat hij buiten heeft overgegeven realiseert hij zich waar hij is. Hij haast zich naar huis, Vera is ondertussen ook thuis gekomen. Ze is bij dr. Eardly geweest, om Maartens toestand te bespreken. Die is zich echter van geen kwaad bewust, totdat Vera hem duidelijk maakt dat er vanochtend toch wel wat dingen zijn misgegaan. Op advies van de huisarts probeert Vera Maartens geheugen weer op te frissen met oude foto’s, maar haar inspanningen hebben weinig succes. Laat in de middag komt dr. Eardly nog eens langs, maar omdat Maarten hem niet herkent, is hij meteen op zijn hoede. De hele avond is hij bezig met het probleem van herinneren en vergeten, maar als ze naar bed gaan is zijn ongerustheid grotendeels verdwenen. Als hij de volgende ochtend opstaat, weet hij nog wel dat er iets met hem aan de hand is, maar hij ziet de ernst van de situatie niet in. Intussen komt zijn afnemend oriëntatievermogen steeds meer naar buiten. Als hij ‘s middags ziet hoe Robert vergeefse pogingen doet het huis binnen te komen, pakt Maarten een stoel en gooit die door de ruit. Dr. Eardly komt voor de derde keer langs en opnieuw voelt Maarten zich door hem bedreigt, nu is de methode Simic geboden. Karl Simic was een van Maartens collega’s bij de IMCO, die hem op een dag vertelde hoe je ‘onzichtbaar’ kon worden. Ten eerste: herhaal met beleefde glimlach de woorden van je gesprekspartner terwijl je ter ondersteuning vriendelijk met het hoofd knikt. Ten tweede: begin met alles te bevestigen, maar ontneem door veelvuldige herhaling meteen het bevestigende karakter aan wat je zegt. Loop tenslotte zonder omhaal de kamer uit, waardoor je je tegenstander in de opperste verwarring achterlaat. Het vervreemdingsproces zet door: op een dag verwart hij Vera met zijn moeder, en Phil Taylor, het meisje dat hen komt helpen leert hij al helemaal niet meer kennen. De volgende dag blijkt hij zich in bed bevuild te hebben. Hij verwijt het de twee vrouwen, zij hadden hem immers niet vast moeten binden. Naarmate de tijd verloopt, maakt Maartens denken steeds meer en vaker plaats voor simpel registreren van zintuiglijke waarnemingen. En dan zit er soms plotseling weer verband in de dingen, en is hij, korte tijd, weer in staat een normaal gesprek te voeren met anderen. Maar zijn verleden dringt steeds meer binnen in het heden, en op een van die momenten ontsnapt hij uit huis. Zonder hond echter komt er van wandelen weinig of niks en dwalend door de duinen wordt hij opgepikt door de vuurtorenwachter en naar huis gebracht. Voor Vera is de maat vol, ze kan het niet meer aan. En op advies van dr. Eardly beland Maarten definitief thuis en in bed. Tenslotte wordt hij afgevoerd naar een kliniek, waar het vooral wit is, wit. Denken is er dan voor Maarten eigenlijk niet meer bij, hij kan slechts nog waarnemen. Steeds groter wordt de desoriëntatie, en alle verband verdwijnt tussen Maartens gedachten. Tenslotte blijft er niets over van de man zoal we die in het begin van het verhaal zagen. Aan het eind van de dag wordt hij uitgekleed en krijgt hij een pyjama aan en een slaappil. Helemaal aan het eind is Vera bij hem op bezoek en vertelt ze dat het lente wordt, maar dat is voor Maarten al te laat.
4.
ik ben op het idee gekomen om dit boek te lezen omdat een klasgenoot mij dit had aangeraden, ik wist zelf niks van het boek af, en had ook nog niks van deze schrijver gelezen.
hierdoor had ik geen verwachtingen.
5.
Het hoofdthema van het boek is dementie.
Maarten Klein voelt zich verward en lijdt aan geheugenverlies. Hij vervreemdt van zijn vrouw met wie hij al jaren is getrouwd.
Het idee van dit boek is om mensen dementie beter te leren begrijpen, en dat deze ziekte een martelgang is.
Enkele motieven in het boek zijn: - de winter. Maarten heeft een hekel aan de winter, hij verlangt daar de lente . In de winter vervaagt alles, alles lijkt op elkaar. Net als in zijn hoofd. – de oorlog is een motief. Maarten denkt hier vaak aan terug, hier kan hij zich wel dingen van herinneren. Toch haalt hij later het heden en verleden door elkaar. – Feiten. Zijn vader hield van feiten. Alles kunnen meten en opslaan in grafieken. Op een keer wou Maarten zijn liefde voor Vera in een grafiek zetten. – Taal, hij kan later de taal niet meer goed beheersen. Hij kan de woorden niet meer goed lezen. Hij heeft zelf door( op een helder moment), aan het eind van het boek, dat hij onzin uitkraamt.
6.
Het verhaal is niet moeilijk geschreven, en op chronologische volgorde.
je volgt gedurende 9 dagen de gedachten van Maarten.
het enige wat het boek enigszins moeilijk maakt, zijn de vele flashbacks in zijn gedachten.
Soms staan er ook wel zinnen in waar je even over na kan (moet) denken, zoals: ‘Om iets te zien moet je eerst iets kunnen herkennen. Zonder herinnering kun je alleen maar kijken.’
7.
tijd
Het verhaal verloopt chronologisch, maar wordt voortdurend onderbroken door flashbacks, herinneringen van Maarten. Soms beslaan die hele pagina’s. Dit maakt het boek complexer. Het chronologische gedeelte bestaat uit negen dagen. Tussen de dagen vinden tijdssprongen plaats en iedere dag begint met een cursief gedrukte regel.
De tijd is in ‘Hersenschimmen’ een heel belangrijk aspect. Maarten raakt steeds meer zijn begrip voor en grip op tijd kwijt. Hij kan de dingen niet meer onthouden, heden en verleden lopen door elkaar heen. Daardoor verwart hij mensen uit zijn omgeving met mensen die hij vroeger kende.
Ruimte
De ruimte is erg belangrijk in het verhaal. Het speelt zich af in en rond het huis van Maarten. Alles is bedekt met sneeuw. Maarten houdt niet van de winter, alles vervaagt. Hij vervreemdt van Vera. Soms geeft hij de winter de schuld van zijn vergeetachtigheid. Hij verlangt naar de lente. De sneeuw geeft ook het isolement aan van Maarten.
8.
Ik vond het wel een interessant boek om te lezen, het geeft je een beetje een beeld wat voor een ziekte dementie is.
Af en toe wel moeilijk te volgen door de vele flashbacks, maar daar raak je aan gewend.
2. Hersenschimmen in een psychologische roman, en bestaat uit 155 bladzijdes
3.
Het begint allemaal op een zondagmiddag in de winter. Maarten Klein staat zoals altijd voor het raam te wachten tot de schoolkinderen zich verzamelen bij de bushalte voor het huis. Maar de kinderen komen niet, en pas wanner Vera hem corrigeert, herinnert hij dat het zondag is. Hij wacht tot de lente komt. Het is niet de eerste keer die dag dat hij iets vergeet. Het is ook niet de laatste keer. Tot zijn verwondering bevindt hij zich ineens in het washok, hij kan zich niet meer herinneren wie er in ‘The heart of matter’ aan het lezen is, en wanneer Vera later met een verscheurde krant van de wc komt, zegt hij dat Robert dat gedaan heeft. Toch bezorgt iets binnenin hem een gevoel van schaamte. Hij slaapt die nacht slecht. ‘s Ochtends maakt hij een nieuwe vergissing: hij geeft Vera suiker in haar koffie, terwijl ze dat al tien jaar niet meer doet. Na het ontbijt gaat hij met Robert wandelen. Hardop in zichzelf pratend loopt hij naar het dorp. Ook in de taverne achtervolgt de verwarring hem: hij ziet het meisje achter de bar, Susan, aan voor Karen, zijn jeugdvriendinnetje. Later in het plaatselijke antiquariaat vraagt Philip Maarten hoe ‘The heart of matter’ bevallen is. Die vraag verwart hem en daarom antwoordt hij ontwijkend. Weer buiten stopt er een auto vlak voor hem. Het is Vera, die hem doodongerust vraagt waar hij de halve dag heeft uitgehangen. Bovendien heeft hij onderweg de hond vergeten. En aan vergissingen komt die dag voorlopig nog geen eind. Maarten besluit die avond vroeg naar bed te gaan. Maar de volgende dag neemt de verwarring eerder toe dan af. Het begint al als hij wakker wordt en meent dat de muren van de kamer verkeerd om heen staan. Als hij beneden niemand aantreft, gaat hij ervan uit dat Vera naar de bibliotheek is waar ze werkt als vrijwilliger. Hij ontbijt zeer ´gezond´ met een halve koude kip, ananas, leverpastei en cookies, waarna hij naar zijn werk wil gaan. De deur zit echter op slot en de sleutels zijn onvindbaar en daarom forceert hij de deur met een schroevendraaier. Buiten loopt hij naar het zomerhuis waar de IMCO zal vergaderen. Ook hier blijkt deur op slot te zitten en wederom verschaft Maarten zich de toegang met de schroevendraaier. Binnen is er niemand, ineens wordt hij misselijk en nadat hij buiten heeft overgegeven realiseert hij zich waar hij is. Hij haast zich naar huis, Vera is ondertussen ook thuis gekomen. Ze is bij dr. Eardly geweest, om Maartens toestand te bespreken. Die is zich echter van geen kwaad bewust, totdat Vera hem duidelijk maakt dat er vanochtend toch wel wat dingen zijn misgegaan. Op advies van de huisarts probeert Vera Maartens geheugen weer op te frissen met oude foto’s, maar haar inspanningen hebben weinig succes. Laat in de middag komt dr. Eardly nog eens langs, maar omdat Maarten hem niet herkent, is hij meteen op zijn hoede. De hele avond is hij bezig met het probleem van herinneren en vergeten, maar als ze naar bed gaan is zijn ongerustheid grotendeels verdwenen. Als hij de volgende ochtend opstaat, weet hij nog wel dat er iets met hem aan de hand is, maar hij ziet de ernst van de situatie niet in. Intussen komt zijn afnemend oriëntatievermogen steeds meer naar buiten. Als hij ‘s middags ziet hoe Robert vergeefse pogingen doet het huis binnen te komen, pakt Maarten een stoel en gooit die door de ruit. Dr. Eardly komt voor de derde keer langs en opnieuw voelt Maarten zich door hem bedreigt, nu is de methode Simic geboden. Karl Simic was een van Maartens collega’s bij de IMCO, die hem op een dag vertelde hoe je ‘onzichtbaar’ kon worden. Ten eerste: herhaal met beleefde glimlach de woorden van je gesprekspartner terwijl je ter ondersteuning vriendelijk met het hoofd knikt. Ten tweede: begin met alles te bevestigen, maar ontneem door veelvuldige herhaling meteen het bevestigende karakter aan wat je zegt. Loop tenslotte zonder omhaal de kamer uit, waardoor je je tegenstander in de opperste verwarring achterlaat. Het vervreemdingsproces zet door: op een dag verwart hij Vera met zijn moeder, en Phil Taylor, het meisje dat hen komt helpen leert hij al helemaal niet meer kennen. De volgende dag blijkt hij zich in bed bevuild te hebben. Hij verwijt het de twee vrouwen, zij hadden hem immers niet vast moeten binden. Naarmate de tijd verloopt, maakt Maartens denken steeds meer en vaker plaats voor simpel registreren van zintuiglijke waarnemingen. En dan zit er soms plotseling weer verband in de dingen, en is hij, korte tijd, weer in staat een normaal gesprek te voeren met anderen. Maar zijn verleden dringt steeds meer binnen in het heden, en op een van die momenten ontsnapt hij uit huis. Zonder hond echter komt er van wandelen weinig of niks en dwalend door de duinen wordt hij opgepikt door de vuurtorenwachter en naar huis gebracht. Voor Vera is de maat vol, ze kan het niet meer aan. En op advies van dr. Eardly beland Maarten definitief thuis en in bed. Tenslotte wordt hij afgevoerd naar een kliniek, waar het vooral wit is, wit. Denken is er dan voor Maarten eigenlijk niet meer bij, hij kan slechts nog waarnemen. Steeds groter wordt de desoriëntatie, en alle verband verdwijnt tussen Maartens gedachten. Tenslotte blijft er niets over van de man zoal we die in het begin van het verhaal zagen. Aan het eind van de dag wordt hij uitgekleed en krijgt hij een pyjama aan en een slaappil. Helemaal aan het eind is Vera bij hem op bezoek en vertelt ze dat het lente wordt, maar dat is voor Maarten al te laat.
4.
ik ben op het idee gekomen om dit boek te lezen omdat een klasgenoot mij dit had aangeraden, ik wist zelf niks van het boek af, en had ook nog niks van deze schrijver gelezen.
hierdoor had ik geen verwachtingen.
5.
Het hoofdthema van het boek is dementie.
Maarten Klein voelt zich verward en lijdt aan geheugenverlies. Hij vervreemdt van zijn vrouw met wie hij al jaren is getrouwd.
Het idee van dit boek is om mensen dementie beter te leren begrijpen, en dat deze ziekte een martelgang is.
Enkele motieven in het boek zijn: - de winter. Maarten heeft een hekel aan de winter, hij verlangt daar de lente . In de winter vervaagt alles, alles lijkt op elkaar. Net als in zijn hoofd. – de oorlog is een motief. Maarten denkt hier vaak aan terug, hier kan hij zich wel dingen van herinneren. Toch haalt hij later het heden en verleden door elkaar. – Feiten. Zijn vader hield van feiten. Alles kunnen meten en opslaan in grafieken. Op een keer wou Maarten zijn liefde voor Vera in een grafiek zetten. – Taal, hij kan later de taal niet meer goed beheersen. Hij kan de woorden niet meer goed lezen. Hij heeft zelf door( op een helder moment), aan het eind van het boek, dat hij onzin uitkraamt.
6.
Het verhaal is niet moeilijk geschreven, en op chronologische volgorde.
je volgt gedurende 9 dagen de gedachten van Maarten.
het enige wat het boek enigszins moeilijk maakt, zijn de vele flashbacks in zijn gedachten.
Soms staan er ook wel zinnen in waar je even over na kan (moet) denken, zoals: ‘Om iets te zien moet je eerst iets kunnen herkennen. Zonder herinnering kun je alleen maar kijken.’
7.
tijd
Het verhaal verloopt chronologisch, maar wordt voortdurend onderbroken door flashbacks, herinneringen van Maarten. Soms beslaan die hele pagina’s. Dit maakt het boek complexer. Het chronologische gedeelte bestaat uit negen dagen. Tussen de dagen vinden tijdssprongen plaats en iedere dag begint met een cursief gedrukte regel.
De tijd is in ‘Hersenschimmen’ een heel belangrijk aspect. Maarten raakt steeds meer zijn begrip voor en grip op tijd kwijt. Hij kan de dingen niet meer onthouden, heden en verleden lopen door elkaar heen. Daardoor verwart hij mensen uit zijn omgeving met mensen die hij vroeger kende.
Ruimte
De ruimte is erg belangrijk in het verhaal. Het speelt zich af in en rond het huis van Maarten. Alles is bedekt met sneeuw. Maarten houdt niet van de winter, alles vervaagt. Hij vervreemdt van Vera. Soms geeft hij de winter de schuld van zijn vergeetachtigheid. Hij verlangt naar de lente. De sneeuw geeft ook het isolement aan van Maarten.
8.
Ik vond het wel een interessant boek om te lezen, het geeft je een beetje een beeld wat voor een ziekte dementie is.
Af en toe wel moeilijk te volgen door de vele flashbacks, maar daar raak je aan gewend.
maandag 3 december 2012
modern leesverslag bonita avenue
Standaardinformatie:
Titel: Bonita Avenue
Schrijver: Peter Buwalda
Titel: Bonita Avenue
Schrijver: Peter Buwalda
Aantal pagina's: 543
Jaar en plaats van uitgave: De Bezige Bij, 2011
Druk: 5e druk
Genre: roman
Jaar en plaats van uitgave: De Bezige Bij, 2011
Druk: 5e druk
Genre: roman
Samenvatting
Eigenlijk spelen er drie hoofdverhalen in het boek. Het eerste in 1982, het ander in 2000, en het laatste in 2008. De hoofdstukken in het boek zijn niet chronologisch, deze samenvatting wel.
In 1982 woont te familie Sigerius in Amerika, aan Bonita Avenue. Siem Sigerius is hoogleraar wiskunde en ging als judoka bijna naar de Olympische Spelen.
In 1998 ontmoet Aaron Bever Joni Sigerius. Ze krijgen verkering. Aaron heeft een foto gemaakt van Siem Sigerius, die, nadat de universteit waarvan hij rector magnificus is een roeiwedstrijd heeft gewonnen, met de studenten zijn kleren uitdoet en rondrent.
Tijdens de vuurwerkramp in Enschede, mei 2000, krijgt Siem te horen dat zijn echte zoon, Wilbert, vrijkomt uit de gevangenis. Ook ontdekt hij dat zijn (stief)dochter Joni een pornosite heeft. Wanneer hij naar bewijzen zoekt in het huis van Aaron, komen zij plotseling thuis. Ze begrijpen dat ze zijn ontdekt. Siem rent verward het huis uit. Joni en Aaron gaan uit elkaar. Aaron wordt depressief en Joni vertrekt naar Amerika. Eind 2000 besluit Joni haar zeiljacht te verkopen en belt Aaron, die nog steeds, zwaar depressief, in Enschede woont. Ze besluit naar Nederland te komen en treft Aaron verward aan.
Wanneer ze naar het zeiljacht gaat ontdekt ze haar met vliegen bedekte vader. Hij heeft zelfmoord gepleegd.
Dan is er ook nog het verhaal dat zich afspeelt in 2008. Joni runt inmiddels een bedrijf in Amerika, Aaron gaat naar de psychiater om van zijn psychose af te komen. Tineke is alleen achtergebleven na de zelfmoord van Siem.
In 1982 woont te familie Sigerius in Amerika, aan Bonita Avenue. Siem Sigerius is hoogleraar wiskunde en ging als judoka bijna naar de Olympische Spelen.
In 1998 ontmoet Aaron Bever Joni Sigerius. Ze krijgen verkering. Aaron heeft een foto gemaakt van Siem Sigerius, die, nadat de universteit waarvan hij rector magnificus is een roeiwedstrijd heeft gewonnen, met de studenten zijn kleren uitdoet en rondrent.
Tijdens de vuurwerkramp in Enschede, mei 2000, krijgt Siem te horen dat zijn echte zoon, Wilbert, vrijkomt uit de gevangenis. Ook ontdekt hij dat zijn (stief)dochter Joni een pornosite heeft. Wanneer hij naar bewijzen zoekt in het huis van Aaron, komen zij plotseling thuis. Ze begrijpen dat ze zijn ontdekt. Siem rent verward het huis uit. Joni en Aaron gaan uit elkaar. Aaron wordt depressief en Joni vertrekt naar Amerika. Eind 2000 besluit Joni haar zeiljacht te verkopen en belt Aaron, die nog steeds, zwaar depressief, in Enschede woont. Ze besluit naar Nederland te komen en treft Aaron verward aan.
Wanneer ze naar het zeiljacht gaat ontdekt ze haar met vliegen bedekte vader. Hij heeft zelfmoord gepleegd.
Dan is er ook nog het verhaal dat zich afspeelt in 2008. Joni runt inmiddels een bedrijf in Amerika, Aaron gaat naar de psychiater om van zijn psychose af te komen. Tineke is alleen achtergebleven na de zelfmoord van Siem.
Mijn Verwachtingen
Mijn verwachtingen van dit boek waren redelijk hoog, mijn ouders hadden beide dit boek gelezen en waren er enthousiast over en raadden het mij aan.
Ook meneer Phillipsen had de klas het boek aangeraden, i.v.m. een bezoek van Peter Buwalda aan onze school, hij gaf ons toen een uittreksel van het boek, van de eerste 2 of 3 hoofdstukken.
Na dit gelezen te hebben was ik nieuwsgierig naar de rest, en heb ik het zelf ook gelezen.
Motieven en thema
Het boek heeft meerdere motieven.
Moord/dood : Er gaan verschillende personages dood in het boek.
Wilbert, heeft iemand vermoord. Daarom heeft hij ook in de gevangenis gezeten.
Siem pleegt aan het einde van het boek zelfmoord en vermoord zijn eigen zoon.
Romantiek : Er zijn 2 verschillende romantische relaties in het boek.
Aaron en Joni & Siem en Tineke, tussendoor ook nog een relatie van joni en een winkelier in hun straat.
Seks: Joni en Aaron hebben een pornosite waar Joni naakt op foto’s staat. Zij verdienen hier ontzettend veel geld mee. Dit komt steeds weer terug in het boek.
Thema:
Het boek heeft niet duidelijk 1 concreet thema, er lopen veel verschillende verhaallijnen door elkaar, en de ene keer speelt het verhaal zich af in het heden, de andere keer in het verleden.
Het enige thema wat uiteindelijk steeds terugkomt is dat alles verkeerd afloopt.
De site van joni en aaron wordt ontdekt, wilbert wordt vermoord door zijn eigen vader en de relatie tussen aaron en joni houdt niet stand.
Beoordeling
Schrijfstijl: de schrijfstijl is makkelijk en direct, het enige wat het boek soms een beetje lastig maakt is dat het verhaal telkens vanuit de ik-vorm geschreven wordt, maar dat de ik persoon steeds iemand anders is, siem, joni of aaron.
Ook is soms niet duidelijk of er nu iets uit het verleden wordt verteld, of dat dit zich afspeelt in het heden.
Hier moet je echter even aan wennen, als je eenmaal in het boek zit, heb je hier geen/minder problemen meer mee en leest het makkelijk en snel weg.
Verder is de schrijfstijl in het boek vrij direct, dialogen komen soms bot over en gebeurtenissen worden soms zeer nauwkeurig beschreven (bijvoorbeeld hoe Siem zijn eigen zoon in stukjes zaagt om het lijk makkelijker te vervoeren).
Dit maakt het wel weer makkelijker om te begrijpen, maar ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die dit onprettig vinden om te lezen.
Ruimte: Er zijn verschillende belangrijke plaatsen in het boek.
- Enschede: Hier woonden Aaron en Joni rond 2000
-Los Angeles: Hier woont Joni in 2008 en heeft er in haar jonge jaren gewoont met haar gezin
-Venlo : Hier woont de familie Sigerius een geruime tijd.
Eindoordeel
Ik vond het een leuk boek om te lezen, voldeed aan de verwachtingen die ik ervan had.
Ik vond het een leuk boek om te lezen, voldeed aan de verwachtingen die ik ervan had.
Er gebeurt veel door elkaar, en het boek daagt je wel een beetje tot nadenken uit.
Hierdoor blijft het leuk en spannend om te lezen.
Het einde vond ik een beetje een anti-climax, ik was vanaf het begin van het boek al benieuwd hoe het af zou lopen en het einde lijkt een beetje afgeraffeld.
Zou je ook als een pluspunt kunnen zien, omdat je zelf een eind aan dit open einde zou kunnen bedenken.
Kortom; een leuk boek, wat ik iedereen aanraad
cijfer, bij gebrek aan kennis hoe ik zo'n balkje maak, 8.
maandag 29 oktober 2012
verwerkingspodracht stromingsboek bint
F. Bordewijk, Bint
Amsterdam, 1995, 29e druk (1e druk 1934)
78 pagina’s
Genre: psychologische (school)roman
Samenvatting:
Het boek begint met het moment dat De Bree het eerste lesuur gaat geven als een nieuwe leraar op de school; zijn voorganger is weggepest. Hij komt in de ergste klas van de school, namelijk 4D terecht, die hij al gauw de Hel noemt. Hij laat echter meteen zijn ijzeren discipline merken, en laat acht leerlingen nakomen. Tijdens het eerste lesuur verklaart De Bree de Hel letterlijk de oorlog. In de pauze maakt hij kennis met de andere docenten. Hij spreekt voornamelijk met Remigius, die hem het een en ander vertelt over Bint, het schoolhoofd. Toch laat hij hierover niet veel los. In de loop van het verhaal blijkt dat hij alle vier klassen waarin hij les geeft, namen geeft. Hij benoemt ze tot de bruine klas, de grauwe klas, de bloemenklas en de hel. De Bree ziet niet alleen de klassen als wezens, maar ook de school, het systeem van de school en praktisch alles wat ermee te maken heeft. Individualiteit bestaat niet. Bij de eerste rapportvergaderingen wordt er snel doorheen gewerkt - zoals altijd eigenlijk. Echter bij Van Beek, een leerling, houden de docenten iets langer stil. Geruchten gingen namelijk dat wanneer deze een onvoldoende zou staan, er een poging tot zelfmoord zou volgen. Maar omdat er geen uitzonderingen worden gemaakt, trekken zij zich hier niets van aan. Later blijkt dat Van Beek in een gracht is gesprongen. Hij werd gered, maar overleed later - best ironisch eigenlijk - aan pneumonie. Er komt niet veel later een kleine oproer op school, die Bint al had voorzien. De orde herstelt zichzelf automatisch en wat er met Van Beek is gebeurd wordt doodgezwegen. Een soort tweede helft van het boek gaat over een lange fietstocht die gemaakt wordt met alle klassen. Zoals altijd wordt de Hel opgesplitst in twee helften. De Bree zou in eerste instantie niet meegaan. Maar omdat een leraar die een helft zou krijgen eerder dan verwacht een kind krijgt, gebeurt dit alsnog. Ongeveer halverwege wordt Te Wigchel ziek en moet veel hoesten. De Bree besluit een kortere route te volgen. De klas heeft er moeite mee, maar ziet wel in dat dit het beste is voor hun medeleerling. Na in een herberg geslapen te hebben, missen er twee mensen. De Bree maakt zich eerst ontzet-tend druk en is razend. Toch niet veel later valt er een kwartje bij hem en komt hij tot rust. Later blijkt dit kwartje te zijn dat het vermiste tweetal alsnog de tweede route heeft gefietst. Door alle ervaringen van het afgelopen jaar, besluit De Bree langer op de school van Bint te blijven. Dit i.p.v. het plan om maar één jaar in te vallen. Het volgende jaar blijkt Bint op te zijn gehouden en een ander het van hem over te hebben genomen. De Bree snapt het niet volledig, en zoekt daarom Bint tot twee keer toe op. Beide keren weet zijn dochter te melden dat hij weg is, dat ze niet weet waarheen en tevens niet weet wanner hij terugkomt. Uiteindelijk begrijpt De Bree dat Bint contact heeft verbroken met iedereen, ook met de school en alles er omheen.
B . De stroming van het boek is de ‘Nieuwe Zakelijkheid’.
De kenmerken van de nieuwe zakelijkheid zijn:
1. nuchtere, kernachtige, strakke, sobere en harde stijl;
2. weinig plaats voor gevoel;
3. geen versieringen of mooischrijverij;
4. korte zinnen, zoeken naar de essentie, reportagestijl;
5. eerbied voor de gewoonste dingen;
6. maatschappijkritiek;
7. scherpe tegenstellingen.
1/2: In het gehele boek worden vrijwel geen emoties weerschreven, worden deze wel beschreven dan is dat zeer kort.
Zo komt De Bree er op een soort klassenuitje achter dat 2 van zijn leerlingen er vandoor zijn gegaan. Kort wordt dan zijn emotie geschreven waaruit blijkt dat hij woedend is, maar 3 zinnen later worden deze emoties al weer genuanceerd en wordt er weinig aandacht meer gegeven aan zijn woede.
3/4: Vrijwel niets wordt uitvoerig beschreven, alles is zeer zakelijk en kort.
Zoals bijvoorbeeld hier te zien uit het volgende fragment
Opeens kwam er iets anders. Het was geen gedachte. Het was misschien een ingeving. Het kwam niet uit de as. Het kwam niet langs de spaken. Het kwam van heel ergens anders uit het wijde buiten. Hij keek op.
5: Tijdens het klassenuitje merk je dat De Bree veel bewondering voor de natuur heeft.
6: Komt niet heel veel voor in het boek, wel in de vorm van dat het systeem van Bint optimaal is en dat dit ''helden'' zal voortbrengen in de maatschappij.
Kritiek op de maatschappij is er vooral in de vorm van dat er een gebrek aan tucht en discipline is, iets wat in Bints systeem overheerst.
7: Tussen de klassen die de Bree lesgeeft. De Hel, waar allerlei lelijke, niet uitermate slimme figuren tussen zitten en De Bloemetjes, waar normale en slimmere kinderen tussen zitten.
Ook is er enig contrast tussen het systeem van bint, de discipline en de tucht vergelijken met de buitenwereld, die Bints methode (volgens mij) niet helemaal goed keurt, en zich er op gegeven moment ook tegen afzet (Nadat een leerling zelfmoord heeft gepleegd komt er een opstand op het schoolplein).
Amsterdam, 1995, 29e druk (1e druk 1934)
78 pagina’s
Genre: psychologische (school)roman
Samenvatting:
Het boek begint met het moment dat De Bree het eerste lesuur gaat geven als een nieuwe leraar op de school; zijn voorganger is weggepest. Hij komt in de ergste klas van de school, namelijk 4D terecht, die hij al gauw de Hel noemt. Hij laat echter meteen zijn ijzeren discipline merken, en laat acht leerlingen nakomen. Tijdens het eerste lesuur verklaart De Bree de Hel letterlijk de oorlog. In de pauze maakt hij kennis met de andere docenten. Hij spreekt voornamelijk met Remigius, die hem het een en ander vertelt over Bint, het schoolhoofd. Toch laat hij hierover niet veel los. In de loop van het verhaal blijkt dat hij alle vier klassen waarin hij les geeft, namen geeft. Hij benoemt ze tot de bruine klas, de grauwe klas, de bloemenklas en de hel. De Bree ziet niet alleen de klassen als wezens, maar ook de school, het systeem van de school en praktisch alles wat ermee te maken heeft. Individualiteit bestaat niet. Bij de eerste rapportvergaderingen wordt er snel doorheen gewerkt - zoals altijd eigenlijk. Echter bij Van Beek, een leerling, houden de docenten iets langer stil. Geruchten gingen namelijk dat wanneer deze een onvoldoende zou staan, er een poging tot zelfmoord zou volgen. Maar omdat er geen uitzonderingen worden gemaakt, trekken zij zich hier niets van aan. Later blijkt dat Van Beek in een gracht is gesprongen. Hij werd gered, maar overleed later - best ironisch eigenlijk - aan pneumonie. Er komt niet veel later een kleine oproer op school, die Bint al had voorzien. De orde herstelt zichzelf automatisch en wat er met Van Beek is gebeurd wordt doodgezwegen. Een soort tweede helft van het boek gaat over een lange fietstocht die gemaakt wordt met alle klassen. Zoals altijd wordt de Hel opgesplitst in twee helften. De Bree zou in eerste instantie niet meegaan. Maar omdat een leraar die een helft zou krijgen eerder dan verwacht een kind krijgt, gebeurt dit alsnog. Ongeveer halverwege wordt Te Wigchel ziek en moet veel hoesten. De Bree besluit een kortere route te volgen. De klas heeft er moeite mee, maar ziet wel in dat dit het beste is voor hun medeleerling. Na in een herberg geslapen te hebben, missen er twee mensen. De Bree maakt zich eerst ontzet-tend druk en is razend. Toch niet veel later valt er een kwartje bij hem en komt hij tot rust. Later blijkt dit kwartje te zijn dat het vermiste tweetal alsnog de tweede route heeft gefietst. Door alle ervaringen van het afgelopen jaar, besluit De Bree langer op de school van Bint te blijven. Dit i.p.v. het plan om maar één jaar in te vallen. Het volgende jaar blijkt Bint op te zijn gehouden en een ander het van hem over te hebben genomen. De Bree snapt het niet volledig, en zoekt daarom Bint tot twee keer toe op. Beide keren weet zijn dochter te melden dat hij weg is, dat ze niet weet waarheen en tevens niet weet wanner hij terugkomt. Uiteindelijk begrijpt De Bree dat Bint contact heeft verbroken met iedereen, ook met de school en alles er omheen.
B . De stroming van het boek is de ‘Nieuwe Zakelijkheid’.
De kenmerken van de nieuwe zakelijkheid zijn:
1. nuchtere, kernachtige, strakke, sobere en harde stijl;
2. weinig plaats voor gevoel;
3. geen versieringen of mooischrijverij;
4. korte zinnen, zoeken naar de essentie, reportagestijl;
5. eerbied voor de gewoonste dingen;
6. maatschappijkritiek;
7. scherpe tegenstellingen.
1/2: In het gehele boek worden vrijwel geen emoties weerschreven, worden deze wel beschreven dan is dat zeer kort.
Zo komt De Bree er op een soort klassenuitje achter dat 2 van zijn leerlingen er vandoor zijn gegaan. Kort wordt dan zijn emotie geschreven waaruit blijkt dat hij woedend is, maar 3 zinnen later worden deze emoties al weer genuanceerd en wordt er weinig aandacht meer gegeven aan zijn woede.
3/4: Vrijwel niets wordt uitvoerig beschreven, alles is zeer zakelijk en kort.
Zoals bijvoorbeeld hier te zien uit het volgende fragment
Opeens kwam er iets anders. Het was geen gedachte. Het was misschien een ingeving. Het kwam niet uit de as. Het kwam niet langs de spaken. Het kwam van heel ergens anders uit het wijde buiten. Hij keek op.
5: Tijdens het klassenuitje merk je dat De Bree veel bewondering voor de natuur heeft.
6: Komt niet heel veel voor in het boek, wel in de vorm van dat het systeem van Bint optimaal is en dat dit ''helden'' zal voortbrengen in de maatschappij.
Kritiek op de maatschappij is er vooral in de vorm van dat er een gebrek aan tucht en discipline is, iets wat in Bints systeem overheerst.
7: Tussen de klassen die de Bree lesgeeft. De Hel, waar allerlei lelijke, niet uitermate slimme figuren tussen zitten en De Bloemetjes, waar normale en slimmere kinderen tussen zitten.
Ook is er enig contrast tussen het systeem van bint, de discipline en de tucht vergelijken met de buitenwereld, die Bints methode (volgens mij) niet helemaal goed keurt, en zich er op gegeven moment ook tegen afzet (Nadat een leerling zelfmoord heeft gepleegd komt er een opstand op het schoolplein).
maandag 4 juni 2012
klas 4 samenvatting goud eitje
samenvatting 'het gouden ei'
Samenvatting
van ‘Het gouden ei’
Auteur:
Tim Krabbe.
Genre:
psychologische roman/Misdaadroman.
Auteur:
Tim Krabbe'
Titel: Het gouden ei, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 1991-8, 98 blz. (eerste druk in juni 1984).
Genre: Misdaadroman / Psychologische roman.
Titel: Het gouden ei, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 1991-8, 98 blz. (eerste druk in juni 1984).
Genre: Misdaadroman / Psychologische roman.
Rex
Hofman en zijn vriendin Saskia Ehlvest zijn onderweg naar hun vakantiebestemming
;Dijon, wanneer ze een stop bij een tankstation houden om te tanken. De twee
krijgen ruzie maar leggen het al snel bij en begraven als vredes/liefdesteken
twee muntjes. Vervolgens gaat Saskia nog ‘even’ wat te drinken halen uit het
winkeltje bij het tankstation. Tijdens haar afwezigheid denk Rex terug aan een
droom die Saskia drie jaar geleden had. het was hun eerste gezamenlijke
vakantie, de benzine was opgeraakt, waardoor Saskia drie uur lang in de auto had
moeten blijven zitten terwijl hij benzine aan het halen was. Ze was toen
verschrikkelijk in paniek geraakt en had gedroomd dat ze opgesloten zat in een
soort gouden ei en verlaten door de ruimte vloog. Op begeven moment, wanneer
Saskia maar niet terugkwam uit het winkeltje, werd Rex onrustig. Hij maakt nog
een foto van het tankstation voordat hij op zoek ging naar zijn vriendin. Helaas
schijnt niemand haar gezien te hebben en is ze onvindbaar, Saskia is spoorloos
verdwenen.
Een
paar jaar later brengt Rex zijn vakantie door met zijn nieuwe vriendin Lieneke.
Hij vraagt haar ten huwelijk, hoewel hij de verdwijning van Saskia nog steeds
niet vergeten is, dit staat dan ook tussen Rex en Lieneke in.
‘s
Nachts heeft Rex een verontrustende nachtmerrie over een gouden ei. Net als
Saskia destijds had.
Na de vakantie begint Rex een zoektocht naar Saskia. Hij laat allerlei advertenties in Franse kranten plaatsen, wat weinig waardevolle reacties oplevert. Op één reactie na: die van Raymond Lemorne.
Na de vakantie begint Rex een zoektocht naar Saskia. Hij laat allerlei advertenties in Franse kranten plaatsen, wat weinig waardevolle reacties oplevert. Op één reactie na: die van Raymond Lemorne.
Raymond
Lemorne, is een gelukkig getrouwde scheikunde leraar met twee dochters, oftwel
een ogenschijnlijke normale man die toevallig op een dag per een meisje redde
van een verdrinkingsdood. Nadat hij ontdekt heeft in staat te zijn tot een
heldendaad als deze vraagt hij zich af of hij ook in staat is een misdaad te
plegen. Dus besluit hij voorbereidingen te treffen voor zijn misdaad; hij
verbouwt zijn vakantiehuisje om zijn toekomstig slachtoffer in op te sluiten,
koopt een pistool ,een pot chloroform,en een oud matras, en dood zelfs twee
kampeerders als wijze van oefening. Hij gaat bij een tankstation staan met zijn
ene arm in een mitella met het plan een buitenlandse vrouw vragen hem te helpen
bij het aankoppelen van zijn aanhangwagentje om haar vervolgens te bedwelmen met
zijn chloroform. De eerste paar keer mislukt het, totdat hij Saskia treft die
geïnteresseerd is in zijn R-sleutelhangers en hem denkt te kunnen vertrouwen
vanwege de foto van zijn gezin in zijn auto. Dit is saskia’s einde
geworden.
Raymond
Lemorne komt na de advertentie naar Amsterdam om aan Rex aan te bieden al zijn
vragen te beantwoorden op één voorwaarde ; hij moet hetzelfde ondergaan als
saskia destijds. Wanneer Rex Raymond ziet herkent hij hem als de man met de
mitella die hij destijds bij het benzinestation gezien had en stemt in met zijn
voorwaarde, hij kan niet langer leven met de onwetendheid.Dus rijden Rex en
Raymond samen naar hetzelfde benzinestation, waar Rex gedwongen word een koffie
met slaapmiddel te drinken, en terwijl hij in slaap doezelt vertelt Lemorne hem
wat hij destijds met saskia gedaan heeft. Wanneer Rex ontwaakt ligt hij op een
matras in een doodskist, levend begraven.
Lieneke
onderneemt nog een zoektocht naar Rex, maar tevergeefs, beide Rex en Saskia zijn
voor altijd spoorloos verdwenenverwerkingsopdracht klas 5 supertex
Zakelijke gegevens
Titel: Supertex, 202 blz.
Auteur: Leon de Winter
Verschenen in: september 1991
Druk: Grote Lijsters 2005
Uitgeverij: Wolters-Noordhoff, Groningen
Titel: Supertex, 202 blz.
Auteur: Leon de Winter
Verschenen in: september 1991
Druk: Grote Lijsters 2005
Uitgeverij: Wolters-Noordhoff, Groningen
- Genre
Het hoofdgenre van het boek kan worden ingedeeld bij epiek, de verzamelnaam voor producten van verhalende literatuur. Het is een fictioneel boek. Het sub-genre van Supertex is de roman.
Het hoofdgenre van het boek kan worden ingedeeld bij epiek, de verzamelnaam voor producten van verhalende literatuur. Het is een fictioneel boek. Het sub-genre van Supertex is de roman.
De samenvatting
Hoofdstuk 1:
Max Breslauer zat in de spreekkamer van dr. Jansen in Amsterdam. Hij zat op de sofa en de vrouw van rond de zeventig zat naast hem. Ze was geen joodse psychiater en daar had Max bewust voor gekozen. Ze stelde wat routinevragen over zijn eetgedrag, hoe hij sliep en waarom hij de vorige keer zijn behandeling zo plotseling had afgebroken. Max was toen na de dood van zijn vader geweest vanwege zijn impotentie. Dr. Jansen informeerde verder naar zijn moeder en zijn broer. Max vertelde haar dat zijn broer Boy in Casablanca woonde, maar dat hij niet wist waarom. Een deel van zijn probleem had daarmee te maken. Hij wilde het verhaal vertellen en begon met ‘vanmorgen’.
Hoofdstuk 2:
Max moest een telefoontje plegen met iemand in Thailand en had daarom vroeg de wekker gezet. Maria, zijn vriendin, werd er wakker van. Hij moest bellen omdat een transport van kleding nog niet gearriveerd was. Toen hij ontdekte dat zijn secretaresse de verkeerde papieren had meegegeven, kon hij niet bellen naar Thailand. Daarom belde hij zijn secretaresse Yvonne op en ontsloeg haar, hoewel ze zeker wist dat ze de goede papieren had klaargelegd. Max besloot om zijn papieren zelf op te gaan halen. Binnen een kwartier zou hij naar zijn kantoor kunnen rijden en weer terug. Zonder te douchen kleedde hij zich aan, nam afscheid van Maria en sprong in zijn dure Porsche. Hij scheurde met grote snelheid door de straat. Voor zich dook plots een chassidische familie op en hij remde uit alle macht om op tijd stil te staan. Toch raakte hij een klein jongetje. De familie werd boos en hij bood de familie geld aan, hoewel hij goed wist dat vrome joden op zaterdag geen geld aan mogen nemen. Dit maakte het er niet beter op. Hij belde zijn advocaat Robbie en een ambulance. Max raakte het slachtoffer aan en de jongen begon te gillen. Twee van de omstanders sloegen hem weg van de jongen en een derde gooide een steen door de voorruit van zijn auto. Samen met Robbie arriveerde ook de politie en deze begonnen meteen een onderzoek naar Max’ snelheid. Advocaat en agenten redetwistten erover en Robbie trekt aan het langste eind. Daarna schold Robbie Max uit, omdat hij zo hard reed en zei dat het hem wel eens zijn rijbewijs zou kunnen kosten.
Max kwam toch nog op kantoor aan en zag dat hij de verkeerde stapel papieren had meegenomen. Hij belde naar Thailand, maar het gesprek verliep niet echt goed. Hij dacht aan de joodse jongen die hij had aangereden en aan diens vader, die vond dat een ‘jood in een Porsche’ niet kon. Vooral dit zat hem dwars. Hij besefte dat hij in een crisis zat, belde dr. Jansen en ‘boekte’ haar de rest van de zaterdag voor dubbel uurtarief. Daarna belde hij zijn secretaresse Yvonne om zich te verontschuldigen en haar weer aan te nemen. Zij weigerde echter.
Hoofdstuk 3:
Dr. Jansen vroeg Max waarom hij geraakt werd door het verwijt van de Joodse man. Max legde uit dat zijn broer hem ook ‘een jood in een porsche’ genoemd had. Toen hij begon af te dwalen, maande dr. Jansen hem om terug te keren op het oorspronkelijke onderwerp. Ze herinnerde hem aan zijn behandeling vorig jaar en wilde meer weten over zijn vader en diens dood.
Hoofdstuk 4:
Zijn vader Simon Breslauer was verdronken in de Loosdrechtse plassen en uit het onderzoek bleek dat hij te veel gedronken had en hierdoor hartaanval had gehad. Max vertelde over de jeugd van zijn vader in Polen en over zijn grootouders. Zij waren overleden in de Tweede Wereldoorlog en Simon had verschrikkelijke dingen meegemaakt. Na het eind van de oorlog ging Simon naar Israël, daarna weer terug naar Europa. Hij begon in Amsterdam een kledingzaak en in dertig jaar tijd had hij 29 vestigingen van SuperTex opgericht. Max vertelde verder over zijn moeder, wat voor een karakter zijn vader had en hoe hij zich thuis gedroeg.
Toen kwam zijn eigen jeugd ter sprake en zijn studententijd. Hij zette zich af tegen zijn vader omdat hij het niet goed met hem kon vinden, en ging rechten studeren. Na verschillende omwegen en baantjes, kwam hij alsnog bij zijn vader in het bedrijf te werken. Hij beschreef zijn eerst reis naar Milaan en hoe hij een contract voor zijn vader in de wacht sleepte.
Hoofdstuk 5:
Zijn vader was echter niet blij met het illegale contract en daarom richtte Max een eigen BV op. Dr. Jansen vroeg hem waarom hij dan toch bij zijn vader bleef werken. Max antwoord dat het natuurlijk voor het geld was, want zo aardig was zijn vader niet. Zijn psychiater vroeg toen of hij zijn vader kon omschrijven. Dat kon Max niet zomaar, maar hij kon nog wel meer over hem vertellen.
Hoofdstuk 6:
Max had door dat hun Supertex winkels de mooiste tijd achter de rug hadden. Hij wilde daarom meer casual en chique kleding gaan maken. Met een groep filiaalhouders had hij gewerkt aan een plan en een presentatie. Toen hij die aan zijn vader liet zien, was deze in slaap gevallen. Thuis dronk Max een fles sterke drank. Toen zijn vader zijn excuses had aangeboden, ging hij weer weg. Max liet hem uit en wilde hem bijna met een schaar vermoorden. Max bedaarde door wat zijn vader zei over een foto van hun tweeën en Max schaamde zich voor zijn moordneigingen. Dit was de directe aanleiding voor Max om te besluiten naar een psychiater te stappen.
Een maand na de begrafenis van Simon werd Max opgebeld door Maria, de minnares van zijn vader. Hij geloofde zijn oren niet en belde Boy om te vragen dit het waar was. Die was er wel van op de hoogte geweest. Max besloot om Maria te ontmoeten en te praten over Simon’s belofte, namelijk dat na zijn dood er voor Maria gezorgd moest worden. Ze spraken af in een restaurant, maar Max kreeg ruzie met een hoer en liep verwondingen op, waarop Maria hem naar het ziekenhuis bracht. Max had toen geen zin meer in een gesprek met haar.
Hoofdstuk 7:
Dr. Jansen informeerde of er toch nog een regeling voor Maria tot stand was gekomen en Max bevestigde dat. Ze vroeg toen verder naar zijn ouders en hoe die elkaar ontmoet hadden en naar Maria. Het gesprek kwam uit op Boy en op een oude geliefde van Max. Dr. Jansen vroeg of hij meer over haar weten.
Hoofdstuk 8:
Max vertelde eerst over vriendinnetjes die hij op school had gehad. Daarna over de tijd toen hij gekoppeld werd aan een Joods meisje. Ten slotte kwam hij bij de joodse Esther d’Oliveira. Hij vertelde hoe hij haar had leren kennen, over het verloop van hun relatie en hoe ze vastzat aan haar ex-man. Toen hij zelfmoord gepleegd had, trok Esther zich dat erg aan. Ze begon haar leven te veranderen en werd orthodox. Ze groeiden uit elkaar en op een gegeven moment verhuisde Esther naar Jeruzalem.
Hoofdstuk 9:
De therapeute vroeg hoe het verder was gegaan. Max was drie maanden lang elk weekend naar Tel Aviv gevlogen. Hij had geprobeerd om haar mee terug te krijgen naar Nederland, maar ze bleef vastberaden. Hij stopte met reizen toen ze zich verloofde met een joodse Amerikaan. De avond dat hij het hoorde, had hij een vriend gebeld, die om hem te troosten een hoertje naar Max had gestuurd. Hij had seks met haar. De dag erna nam de vriend hem mee naar een bruiloft, waar het hoertje de bruid was. Dat raakte hem en toen begon zijn periode van impotentie.
Max werkte nog steeds op het advocatenkantoor waar hij Esther had leren kennen. Hij kon zijn gedachten niet goed meer bij zijn werk houden en hij werd slordig. Toen er een plaats vrij kwam in zijn vaders bedrijf, is hij weggegaan. Na de dood van Simon werd Max de baas. Max kwam weer terug op Maria en vertelde aan dr. Jansen dat hij nu met haar sliep. Ze begon daar vragen over te stellen, maar Max wilde het onderwerp laten rusten en begon toen over zijn broer. Ze hielden pauze en daarna zouden ze verder gaan over waarom zijn broer naar Casablanca was gegaan.
Hoofdstuk 10:
Max ging naar huis om te kijken hoe het met Maria was. Thuis gekomen, zag hij koffers in de gang staan. Maria was tot de conclusie gekomen dat ze niet van Max hield en wilde daarom weggaan. Hij probeerde haar te laten blijven, maar het lukte niet. Toen ze weg was, belde hij Robbie op. Die zei dat de jongen, die Max had aangereden, zijn been gebroken had. Verder zei hij nog dat Max misschien boete moest betalen of zijn rijbewijs een jaartje kwijt zou zijn, maar er zou geen schadeclaim komen. Max vroeg wat hij moest doen als hij niet mocht rijden. Robbie zei dat hij zijn Porsche altijd al een beetje een pooierwagen had gevonden en bovendien niks voor Max. Ook spraken ze af om een keertje te gaan eten. Hij ging weer terug naar dr. Jansen.
Hoofdstuk 11:
Hij vertelde het verhaal van Boy; over hoe hij was en de verschillen tussen hun twee, over de brieven die hij naar Max geschreven had uit Casablanca, over zijn verloofde Lea en over de zakenreis die hij maakte in opdracht van Max. Boy moest in Marokko een contract laten verlengen. Het zou niet moeilijk zijn, maar de broers waarmee SuperTex zaken deed, begonnen moeilijk te doen. Boy wilde de hulp van Max niet inschakelen en deed het op zijn eigen houtje. Hij beledigde echter de broers, die niks meer met hem te maken wilden hebben. Toen hij ook nog opgelicht werd, wilde hij niet meer terug naar Nederland. Hij nam geen contact op met Max en reageerde ook niet op zijn faxen. Op een dag kwam hij zijn oplichter tegen en volgde hem naar zijn huis. Toen hij daar kwam, werd hij in een klap verliefd op de dochter van zijn oplichter, Sulamit.
In Nederland was iedereen erg ongerust en Max kwam met het plan om naar Casablanca te gaan en zijn broer te gaan zoeken. Net voordat hij weg wilde gaan, kreeg hij bericht dat Benjamin nog leefde en dat hij niet terugkwam. Samen met Lea vloog hij toch naar Casablanca om meer te weten te komen. Boy had geen sporen achtergelaten, dus ze konden hem niet vinden. Op een gegeven moment moest Lea naar de wc. Ze wilde niet in een café plassen, dus vroeg Max iemand naar wc’s. Ze kwamen bij chemische wc’s, waar Lea ineens Boy zag zitten. Hij droeg een hoed en had zich niet geschoren, omdat hij volgens de tradities wilde leven. Die avond zaten ze met zijn drieen op een hotelkamer om te praten. Max dacht dat Boy overspannen was, en wilde hem naar een dokter brengen. Lea smeekte Boy om mee terug te komen naar Nederland om te trouwen. Hij kon dat niet, want hij was met iemand anders verloofd. De volgende dag liet hij zijn verloofd Sulamit zien en vertelde zijn levensverhaal aan Max. Ook heeft hij dat opgeschreven en aan Max verstuurd.
Hoofdstuk 12:
Dr. Jansen vroeg of hij nu therapie wilde. Max dacht dat hij dat al had door te praten. Zij was van plan om hem onder hypnose situaties uit zijn jeugd nogmaals te laten beleven.
Op het toilet zag Max een collectebus staan van het Joods Nationaal Fonds. Dr. Jansen was dus toch joods. Hij vroeg haar naar de collectebus, maar ze gaf geen antwoord en begon over zijn vader en diens kennis van joodse spreekwoorden. Hij had ze geleerd van een man die het einde van de Oost-Europese joden zag naderen. Hij ging het Jiddisch vastleggen en leerde Simon de spreekwoorden, want iemand moest ze onthouden. Max zei dat de spreekwoorden nu in zijn hoofd zaten, waarop dr. Jansen constateerde dat hij haar niet nodig had.
Hoofdstuk 13:
Toen Max naar huis liep, zag hij een Mercedes rijden en dacht dat zijn vader achter het stuur zat. Dat was natuurlijk onmogelijk. Spreekwoorden verdrongen zich achter zijn lippen en hij begreep hoe hij tegen wil en dank de erfgenaam van zijn vader was geworden. Hij zou zich er niet meer tegen verzetten.
- Onderwerp
Het onderwerp van het boek is in de eerste plaats vervreemding en daarna het terugvinden van je eigen identiteit. Door zijn welvarende bestaan heeft Max Breslauer zich afgezet van zijn afkomst en geloof, maar door verschillende gebeurtenissen raakt hij zijn greep op het leven kwijt. Hij voelt zich verdwaald tussen zijn medemens. Door aanwijzingen van de mensen om hem heen ziet hij in dat zich verzetten om zichzelf te zijn geen zin heeft en valt terug op zijn geloof.
- Gebeurtenissen
Er zijn verschillende gebeurtenissen in het boek die ervoor zorgen dat Max zijn grip op het leven kwijtraakt. Door zijn materialisme heeft hij nooit ingezien dat geestelijk evenwicht ook belangrijk is in een goed leven. De dood van zijn vader is de eerste gebeurtenis die ervoor zorgt dat Max over zichzelf begint na te denken. Hij had altijd een slechte band met zijn vader en heeft zijn leven lang afkeer gehad tegen het materialistische bestaan van zijn vader. Hij begint zich af te vragen of een betere vader-zoonrelatie misschien meer waard voor hem was geweest dan zijn afkeer. De enige vrouw die echt iets voor Max heeft betekend was Esther. Zij bekeert zich echter tot het jodendom en hij raakt haar kwijt. Tijdens hun relatie zag Max in dat zijn band met haar veel belangrijker voor hem is dan al zijn bezittingen. Max wordt erg onzeker na de bekering van Esther tot het geloof waar hijzelf zich zo van heeft afgezet. Ten slotte vertrekt ook zijn broer Boy om een gelijkwaardige reden, hierdoor is de onzekerheid van Max compleet. Boy zoekt na enkele gebeurtenissen in zijn leven zijn rust in de tradities van het Jodendom. De gebeurtenis die ervoor zorgt dat Max zich bewust wordt van zijn identiteitscrisis is het aanrijden van een Joods jongetje op sabbatochtend. Door de grote tegenstelling tussen de verdwaalde jood in een Porsche en een familie orthodoxe joden op weg naar de synagoge maakt zijn verwarring compleet. Hij zoekt een psychiater op om alles in zijn hoofd weer op een rijtje te krijgen.
- Personages
Max Breslauer is de hoofdpersoon in Supertex. De karakters die verder in het boek voorkomen hebben elk een bepaalde invloed op hem en zijn zoektocht naar zichzelf. Daarnaast komt er een psychiater in voor die Max helpt in zijn zoektocht. Max is 36 jaar oud en de eigenaar van een keten SuperTex winkels. Hij is een harde zakenman en gefocust op geld en het materiele in het leven. Hij heeft nauwelijks last van zijn geweten, ondanks dat hij goedkoop spul verkoopt en zijn klanten misleidt. Hij is op veel gebieden hetzelfde als zijn vader. In zijn privé-leven is Max echter onzeker en kan hij zijn gevoelens niet goed uiten. Zijn manier van handelen zorgt vaak voor conflicten met de mensen om hem heen. Je leert de rest van de personages kennen door de ogen van Max, je krijgt dus geen reëel beeld van deze personen. Het gaat er vooral om welke rol deze personen gespeeld hebben in het leven van Max.
- Opbouw
De opbouw van het boek houdt een bepaalde raamvertelling aan. Het speelt allemaal in het kader van het bezoek van Max aan psychiater dr. Jansen, waarbinnen het levensverhaal van de hoofdpersoon wordt verteld. Het gesprek tussen de twee wordt chronologisch verteld, maar de flashbacks niet. Het verleden wordt wel thematisch verteld, namelijk de belangrijke gebeurtenissen in het leven van Max. De hoofdstukken worden om en om afgewisseld, de oneven hoofdstukken gaan over het heden en het gesprek met de psychiater (uitgezonderd hoofdstuk 11), terwijl de even hoofdstukken terugblikken zijn (uitgezonderd hoofdstuk 12). De vertelde tijd in het heden is één dag, de vertelde tijd van de terugblikken gaan ongeveer 60 jaar terug, vanaf de geboorte van de vader van Max tot de zaterdagmorgen bij de psychiater.
- Ruimte
Het gesprek tussen Max en zijn psychiater dr. Jansen speelt zich af in Amsterdam, in een gebouw op de hoek van de Apollolaan. Verder komen in de flashbacks verschillende plekken in de wereld voor. Er wordt gesproken over de geboorte van zijn vader Simon in Polen, het leven van zijn broer in Casablanca, de dood van zijn vader bij de Loosdrechtse Plassen, en de toevlucht naar Tel Aviv van zijn vriendin Esther.
Abonneren op:
Posts (Atom)